Aanlegtest
De aanlegtest hoed- en drijfvermogen houdt in dat de hond op zijn hoed- en drijfvermogen wordt
bekeken en beoordeeld. De aanlegtest, een faciliteit van de Commissie Fokkerijen & Hondenregistratie
van de Border Collie Club Nederland, is ontwikkeld om inzicht te krijgen in de mate van aanwezigheid
van aanleg voor het schapendrijven; hét rasspecifieke kenmerk van de Border Collie. Dit met het oog op
de fokkerij en fokpartnerkeuze.
Deze test is geen competitie of proef. De beoordelaars proberen samen met de eigenaar datgene in de
hond naar voren te halen wat deze, in alle facetten, in zich heeft. Daarvoor wordt al het mogelijke (en
aanvaardbare!) in het werk gesteld. Er wordt een duidelijk en zo volledig mogelijk beeld gezocht van het
instinct en vermogen van de hond door hem in verschillende situaties in contact met schapen te
brengen. Daaruit zal kunnen blijken of hij interesse heeft in schapenhoeden en -drijven, of hij zich weet
te positioneren ten opzichte van de schapen (balans), of hij 'eye' en beweeglijkheid vertoont in dit werk,
of hij (natuurlijk) overwicht op de schapen heeft (daadkracht), hoe zijn werktemperament is in het
hoeden en of er andere opmerkelijkheden zijn.
Elementen
Nadere uitleg van de onderstreepte elementen. Deze worden ook op het testformulier vermeld:
Interesse
Onmisbaar element, als het er niet is wil en kan de hond niet hoeden/werken.
Daadkracht
Wezenlijk element, het bepaald (samen met andere gedragskenmerken) of de hond de schapen daar kan krijgen waar ze moeten komen. De mate van daadkracht drukt uit of de hond iets met de schapen bereikt door zijn optreden. Het impliceert overwicht, lef, doortastendheid,effectief optreden, incasseringsvermogen, doorzettingsvermogen, initiatief, enz.
'Eye' / beweeglijkheid
'Eye', oftewel 'fixeren', houdt in dat de hond met zijn ogen een schaap kan dwingen voor hem op zij te gaan. Border Collies kunnen weinig, gemiddeld of veel 'eye' bezitten, hetgeen genetisch is vastgelegd. Eye en beweeglijkheid vormen karakteristieke elementen van het hoeden van de Border Collie. Te veel 'eye' kan ten koste gaan van de beweeglijkheid, en andersom , hoge beweeglijkheid ten koste van het 'eye'. 'Eye' / beweeglijkheid zegt ook iets over de werkstijl, de concentratie en de rastypische houding van het lichaam tijdens het werk.
Werktemperament
Zegt iets over de houding van de hond in zijn werk en taken. Temperament wordt opgemaakt uit: de gedrevenheid tot werken, doorzettingsvermogen in zijn taken, vlotheid in zijn reacties, incasseringsvermogen, oplossingsvermogen, initiatief, zelfverzekerdheid, attentheid, gezeglijkheid, hij kan cool blijven of heet worden etc.
Balans
Wezenlijk element van het hoeden. Een hond met balans weet zich zo te positioneren dat hij de schapen die richting heen stuurt, waar ze heen moeten. Tijdens deze bewegingsperiode, moeten richting en weerstand van de schapen voortdurend vertaald worden in eigen afstand, richting en tempo, zodat een vloeiende beweging naar het doel ontstaat.
Diversen
Overige bevindingen zoals hond bijt, vertoont overspronggedrag, stijl van werken etc.
Border Collie Club Nederland Kamer van Koophandel: 40119712. Aangesloten bij de ISDS. Erkend door, en lid van, de RvB.
De test wordt door twee beoordelaars afgenomen. De eindkwalificatie van het geheel is meer dan een
optelsom der delen, maar wordt bepaald door het totaal plaatje wat de hond laat zien. De verschillende
kwalificaties zijn:'onvoldoende', 'voldoende', 'goed', 'zeer goed' en 'uitmuntend'.
Voor de test geldt een minimum leeftijd van 12 maanden voor de hond. Dit omdat we in het belang
van het geestelijk en lichamelijk welzijn van de hond, niet willen stimuleren dat de hond al te vroeg wordt
uitgebracht. Overigens is het niet nodig dat de hond (volledig) getraind is of onder schapenwerkcommando's staat. Wel is het raadzaam hem enige malen kennis te laten maken met een koppeltje
schapen, zodat hij überhaupt weet dat hij met deze dieren iets aan kan. Het moment dat het 'kwartje valt'
is eigenlijk al voldoende.
Als men zelf geen schapen heeft, kan men terecht bij diverse leden van de BCCN, op snuffeldagen of bij
verschillende trainingscentra die -op eigen verantwoording en buiten de vereniging om - gelegenheid
bieden voor zo’n kennismaking. Als de eigenaar zelf niet het meeste en beste uit zijn hond naar voren
kan brengen, dan zijn de beoordelaars graag bereid om te helpen of de hond te geleiden. Ook is er geen
bezwaar tegen als een ander dan de eigenaar de hond tijdens deze test voorbrengt.
Wanneer een eigenaar meent dat de test geen goed beeld heeft opgeleverd van het hoed- en
drijfvermogen van zijn hond, dan bestaat de mogelijkheid om deze test nog één keer te herhalen met
andere beoordelaars. Daarbij is het wel zo dat honden die voor de eerste keer een test ondergaan bij de
inschrijving voorrang hebben.